Home > Nieuws > Nieuwsbericht
03-03-2022 Herziening Packaging & Packaging Waste Directive (P&PWD)
Herziening Packaging & Packaging Waste Directive (P&PWD)

De Europese Commissie werkt momenteel aan de herziening van de Europese Richtlijn 94/62/EG (kortweg: de Richtlijn verpakkingen of in het Engels de P&PWD, Packaging & Packaging Waste Directive). Deze Richtlijn gaat over de regels van de Europese Unie voor het beheer van verpakkingen en verpakkingsafval, en beoogt EU-brede harmonisatie.

In Nederland wordt dit geïmplementeerd in de wet Milieubeheer en het Besluit Beheer Verpakkingen. De in deze wetgeving vastgelegde eisen waar verpakkingen op de Europese markt aan moeten voldoen, staan ook bekend als 'Essentiële eisen'. 
Het streven is dat in 2030 alle verpakkingen op de Europese markt herbruikbaar of recyclebaar zijn.

Verder wordt ingezet op een vermindering van (over)verpakkingen en van verpakkingsafval, net als op het ontwerpen voor recyclebaarheid en/of herbruikbaarheid. De aandacht gaat uit naar het Europa breed inzetten van voor de consument heldere labels en instructies over hoe met (gescheiden) inzameling om te gaan. Daarnaast geldt specifiek voor kunststoffen een verplicht percentage inzet recyclaat.

De Europese Commissie laat zich bijstaan door onderzoeksbureau Eunomia. Ofschoon er nog geen definitief voorstel ligt, is het nuttig te weten waar op dit moment naartoe wordt gewerkt voor wat betreft de te behalen milieudoelen (onder andere inzet recyclaat, mate van recycleerbaar zijn, etc.)

  • Er lijkt geen verschil gemaakt te worden tussen zachte of harde verpakkingen, of tussen primaire, secundaire of tertiaire verpakkingen.
  • Chemische recycling lijkt mee te mogen tellen bij de inzet van recyclaat.
  • Pre-consumer/post industrial afval lijkt ook mee te tellen, mits het een aparte procesgang ondergaat. Het is wel gebonden aan een maximum van 5%.
  • Voor recycleerbaarheid lijkt de geldende norm te worden dat 95 gewichtsprocent van de functionele eenheid recyclebaar moet zijn. Dit lijkt vooralsnog zeer ambitieus, vooral bij (zeer) lichte verpakkingen en nog even los van wat de definitie 'functionele eenheid' in deze betekent.
  • In 2030 lijkt de norm voor de inzet van een verplicht percentage recyclaat uit te komen op een gemiddelde van 35%. Dit is op basis van 40% voor nonfood contact (non-FCM) en 30% voor food-contact (FCM). Deze doelen zijn gebaseerd op de aanname dat in 2023 55% van de verpakkingen voor recycling beschikbaar zijn. N.B.: de inzet is dit op product (= verpakkings)niveau toe te passen.
  • Voor 2024 zouden deze cijfers moeten zijn: gemiddeld 60% inzet recyclaat, waarvan 50% FCM en 60% non-FCM (en 65% voor plastic flessen).
  • Er wordt erover gedacht om de inzet van biobased mee te laten tellen bij de berekening van de inzet van recyclaat.
  • De EU-commissie spreekt over 'contact sensitive' (inclusief FCM, cosmetica en geneesmiddelen) en 'non-contact sensitive'. Mogelijk dat er daarnaast toch een aparte categorie voedselcontact (FCM) wordt opgenomen.
  • Het is nog onduidelijk hoe wordt omgegaan met de doelen om recyclaat in te zetten, als er onvoldoende recyclaat beschikbaar is. De EU-commissie is zich bewust van dit spanningsveld, maar wil niet bij voorbaat al haar doelen aanpassen.
  • Voor wat betreft de inzet van biobased/hernieuwbare grondstoffen wordt op een oplossing gestudeerd om dit (deels) te laten meetellen als onderdeel van het verplichte percentage inzet recyclaat.

De timing is nog niet zeker, maar de Commissie lijkt te streven naar afronding in het derde kwartaal van 2022.

Heeft u vragen over het bovenstaande en de P&PWD?
Geef ze door dan kunnen wij ze voorleggen aan EuPC.