Home > Nieuws > Nieuwsbericht
06-02-2024 Laatste stand van zaken rond de verpakkingsverordening PPWR
Laatste stand van zaken rond de verpakkingsverordening PPWR

Op 5 februari 2024, kwamen de onderhandelaars van de Raad en het Parlement voor het eerst bijeen om op politiek niveau te onderhandelen over een compromis over de verpakkingsverordening PPWR. (ook wel een trialoog genoemd omdat de Commissie ook deelneemt). Tegelijkertijd komen ambtenaren van de lidstaten bijeen om de voorstellen van het Parlement te beoordelen en eventuele wijzigingen aan te brengen in de algemene oriëntatie van 18 december. Martin Engelmann, algemeen directeur van de German Plastic Packaging Association, schreef een interessant artikel over de huidige stand van zaken rond de PPWR. NRK Verpakkingen heeft dit artikel voor u samengevat en licht de belangrijkste zaken voor u toe.

Er is op dit moment geen verwachting dat er meteen een akkoord over de PPWR zal worden bereikt, omdat deze verordening zeer groot en complex is. Bovendien liggen de standpunten van de Raad en het Parlement over veel kwesties te ver uit elkaar. Er zijn vanuit de onderhandelingskringen steeds meer aanwijzingen dat het in de resterende vier weken tot 4 maart niet mogelijk zal zijn om tot een akkoord te komen.

Er is al een voorlopig compromis over 691 van de 1.095 afzonderlijke bepalingen en overwegingen in de PPWR. In 80 procent van de gevallen is overeenstemming bereikt over het oorspronkelijke voorstel van de Commissie.

Er is nog geen overeenstemming bereikt over de bijzondere regels voor kunststofverpakkingen en de vrijstellingen voor papieren en kartonnen verpakkingen, die door de kunststofverpakkingsindustrie sterk zijn bekritiseerd. Vertegenwoordigers van de industrie hadden kritiek geuit op het feit dat dergelijke materieelspecifieke regels onverenigbaar zijn met de doelstellingen van de PPWR en ook in strijd zijn met het beginsel van gelijke behandeling. Er is ook nog steeds geen overeenstemming over de definitie van het criterium "op grote schaal gerecycleerd"

De Raad en het Parlement discussiëren ook nog steeds over de minimumquota voor gerecycleerde inhoud van kunststoffen in zogenaamde contactgevoelige verpakkingen, bijvoorbeeld voor levensmiddelen, (10% of 7,5%) en het ontwerp van het zogenaamde vangnet in geval van een tekort aan recyclaat.

Er is momenteel een debat gaande over "Eerlijke toegang" aan recyclaten. De achtergrond van het voorstel is dat de minimumquota voor gerecycleerd gehalte, met name voor voedselverpakkingen, zeer hoog zijn. De verwezenlijking ervan is gekoppeld aan een aantal voorwaarden, bijvoorbeeld dat de Commissie naast gerecycleerd PET ook recyclaten van andere kunststoffen toestaat om met levensmiddelen in contact te komen en dat er vanaf 2030 voldoende capaciteit beschikbaar is voor chemische recycling. Het voorstel van de producenten van plastic verpakkingen om meer flexibiliteit te bereiken door verschillende producenten samen te voegen, werd door het Parlement nipt verworpen.

Het Belgische voorzitterschap van de Raad heeft onlangs een voorstel ingediend voor prioritaire toegang tot recyclaten aan de lidstaten. Verwerkers en recyclers van kunststofverpakkingen hebben kritiek geuit op dit idee van bevoorrechte toegang. Als elke lidstaat zijn eigen regels mag vaststellen over wie welke recyclaten krijgt, is de interne markt voor recyclaten verleden tijd. Het concept is ook onpraktisch: het idee is dat er een conflict ontstaat tussen bijvoorbeeld een fabrikant van plastic verpakkingen (quotum) en een fabrikant van plastic buizen (nog geen quotum). Maar wie moet beslissen of een zak PET-recyclaat moet worden gebruikt voor yoghurtbekers (quotum van 10 of 7,5%), drankflessen (30%) of kratjes (35%)?

EUROPEN heeft een goed overzicht gepubliceerd van de belangrijkste verschillen tussen de standpunten van het Parlement en de Raad, klik hiervoor op (posities).